Foto: Johan Dockx
Lieve Van De Velde
06/04/2023
Stel: je hebt iets wat het leven makkelijker maakt. Iets waarmee je sneller van a naar b kunt. In de buitenlucht. Zonder dat het je moe maakt. Het is best betaalbaar. Je moet het niet eens zelf aankopen. Oké, een klein beetje oefenen voor je er handig mee weg komt, dat wel, maar op zich allemaal geen rocket science. Klinkt allemaal goed. Toch? Waar zit de angel? Ik heb het over de deelstep, maar dat had u intussen al door. Het is een fenomeen dat, wanneer ik erover nadenk, een knoop in mijn hersenen draait. Ik probeer het te snappen. Hoe we erin geslaagd zijn om iets wat op zich een goeie, leuke en fijne uitvinding is, collectief de vernieling in te rijden. In Parijs staan ze op afschaffen, in Leuven zijn ze er nooit aan begonnen, net omdat het in zo veel andere steden een ramp is. In Brussel vloek ik me intussen te pletter op die dingen. Hoe ze chaos in de stad brengen. In de weg liggen. Me verrassen bij het flaneren. Me net niet van mijn sokken rijden. Het is, kortom, één giga-brok ellende. En dat ligt niet aan die dingen zelf. Maar aan de mensheid, aan hoe we in mekaar zitten. Ze verbieden doet denken aan kinderen wier ouders hen al maanden om de oren zeuren dat ze hun speelkamer moeten opruimen, het ene kind dat denkt dat het andere het wel zal doen, het andere kind dat denkt dat de ouders toch maar een grapje maken tot de ouders er genoeg van hebben en de deur van de speelkamer op slot doen. Sleutel in de diepvries, hop. Of neem de kinderanekdote die een collega me net vertelde, over hoe hij met zijn zus ruzie had over een plastic waterspuitje tot zijn vader het zo beu werd dat hij het ding in tweeën knipte en de twee hysterisch aan het gillen sloegen.
Don’t be gentle, it’s a rental
De link met de deelstep zit niet ver. Doordat die dingen extreem egoïstisch worden gebruikt, stevenen ze af op hun onbruikbaarheid. Raar toch? Wat is dat nu toch voor een kronkel? Waarom zien we niet collectief in dat een greintje zelfdiscipline nodig is om dit soort systemen te laten bestaan? Hallo, Mathias Celis? Hij is gedragspsycholoog en onderzoeker aan de UGent en denkt graag na over dit soort dingen. ‘Het deelstepprobleem is inderdaad fundamenteel een psychologisch probleem’, mailt hij al meteen. Aan de deeleconomie hangen enkele psychologische valkuilen vast. Don’t be gentle, it’s a rental is er één van. Het principe dat mensen de neiging hebben om meer zorg te dragen voor spullen die ze bezitten dan voor spullen die ze lenen of huren. Verschillende studies hebben aangetoond dat “psychologische eigendom” van goederen en ervaringen vaak verloren gaat in deeleconomieën.’ In de marge daarvan haalt hij nog iets anders aan: bij deelsteps zijn de gebruikers niet rechtstreeks financieel verantwoordelijk voor schade aan de steps. Celis: ‘Omdat de deelstepverhuurder meestal een verzekering heeft afgesloten voor de schade hebben gebruikers bovendien maar weinig voeling met de gevolgen van hun acties, ze draaien er uiteindelijk toch niet zelf voor op.’
Het omgekeerde herken ik zelf ook. Op Airbnb of pakweg Vinted bijvoorbeeld, waar je als gebruiker bij fout gedrag slechte punten riskeert op je persoonlijke review. Daardoor zou ik het nooit riskeren om een ongewassen trui op te sturen naar een Vinted-koper of in een Airbnb een aanrecht vol kruimels achter te laten. Celis: ‘Een persoonlijke identificatie toewijzen aan de gebruiker die de deelstep huurt, en hem er ook verantwoordelijk voor maken zou bijvoorbeeld een oplossing kunnen zijn.’ Goeie en slechte steppunten, dus. Liefst nog geprojecteerd op ons eigen voorhoofd. Dat laatste zeg ik, niet de onderzoeker.
Doe gewoon zoals de rest. Not!
Maar er speelt nog iets. Celis: ‘Mensen zijn sociale dieren, menselijk gedrag is vaak het gevolg van wat we anderen zien doen. We denken al snel dat dat de “sociale norm” is. Wanneer we zien dat deelsteps zomaar in het midden van de stoep achtergelaten worden, of op een hoop op een pleintje liggen, wordt dat impliciet de sociale norm, en is dat meteen het antwoord op de morele vraag “is dit wel oké?” Zelfs zonder dat mensen noodzakelijk slechte bedoelingen hebben. De drempel om je step bij de hoop te gooien wordt dan ook kleiner. Het doet mij een beetje denken aan de zogenaamde broken windows theory die stelt dat “vuil zien, verder doet vervuilen”. Daarnaast speelt er ook een zeker omstandereffect mee. Hoe meer mensen weten dat anderen mensen niets doen, hoe kleiner de kans dat iemand ingrijpt.’
Maar hij verzacht ook: ‘Het “correcte” gedrag moet natuurlijk wel mogelijk en helder zijn, en liefst ook nog eens de makkelijkste keuze. Anders zullen mensen automatisch gedrag stellen dat door de omgeving en context uitgelokt wordt. Een mogelijke oplossing? Laat die verhuur-app de gebruikers stimuleren – “nudgen” zeg maar – om de deelstep op de gewenste locatie achter te laten, door hen bijvoorbeeld in zo’n geval minder te doen betalen, of door hen een percentage terug te betalen als ze het toestel correct achterlaten.’
Cowboys!
Dat er op die steps ook vreselijk irritant gereden wordt, ook dat is iets wat in ons sociaal reptielenbrein ontstaat. Monkey see, monkey do. Celis: ‘Zien we anderen met hun telefoon in één hand, zonder helm of onverantwoord snel door straat zoeven? Dan vormt dat impliciet al de norm. Als mens hebben we bovendien de neiging om de dingen verkeerd in te schatten. Als mensen bijvoorbeeld regelmatig met een deelstep rijden en geen ongelukken hebben gehad, zullen ze geneigd zijn om hun vaardigheden te overschatten en de gevaren te onderschatten. Mensen zijn notoir slechte statistici.’ Wat dan ook betekent dat statistische informatie over ongevalrisico’s weinig helpt. Wat zou dan wel? Celis: ‘Verhalen. Je overtuigt mensen niet met saaie, wetenschappelijke feiten en cijfers. Want mensen hebben dan het gevoel dat die toch niet op hen van toepassing zijn. Je overtuigt hen wel met hartverscheurende verhalen over een kind dat zijn tanden brak na een val met de deelstep, of iemand die vanaf de nek verlamd geraakte door een deelstepongeval. Dat blijkt ook uit onderzoek. Als mens zijn we nu eenmaal cognitief geëvolueerd om verhalen door te vertellen.’
Hoe het verhaal van de vervloekte deelstep afloopt, is nog een vraagteken. Maar misschien moet iedere gebruiker even in eigen ziel kijken voor we de deur van de speelkamer op slot doen en de sleutel in de diepvriezer verstoppen?