Steeds meer mensen worden 90, maar hoe blijf je zo lang ook financieel gezond? Een groep van professoren doet concrete voorstellen, zowel over het thema ‘kosten vermijden' als voor de zoektocht naar ‘extra inkomsten'.
Pascal Dendooven
16/10/2021 - 03:30
Hoeveel geld moet ik bijeensparen om waardig oud te worden? Meer dan één Belg op de twee heeft geen idee, zeggen Kris Boudt, Koen Inghelbrecht en Steven Vanduffel, alle drie professoren financiën die samen met nog vier collega's (Maarten Van Besien, Luc Van Ootegem, Elsy Verhofstadt en Mathias Celis) een diepgaande analyse maakten over financieel gezond oud worden.
Doordat Belgen risico's schuwen en veel sparen via een spaarboekje, is de uitdaging groot. Het wettelijk pensioen blijft de basis, maar kosten vermijden is al even belangrijk, zeggen de professoren. Hoe kunt u dat aanpakken?
Een belangrijk instrument hierbij is een goede (individuele) hospitalisatieverzekering. U heeft er belang bij daarmee op jonge leeftijd te beginnen. ‘Kies voor een individuele hospitalisatieverzekering, want daarmee bouw je een vergrijzingsreserve op, en kies ervoor op jonge leeftijd, want dan ben je beter beschermd', zegt Kris Boudt. Veel werknemers hebben een hospitalisatieverzekering via het werk, een zogenaamde groepshospitalisatieverzekering. Die bouwt geen vergrijzingsreserve op. Bij pensionering valt alles weg. Bovendien kiest de werkgever de polis en die is niet noodzakelijk de beste voor u.
Wachtpolis
Wie zo'n groepspolis heeft, sluit best zelf een wachtpolis af en bouwt zo reserves op. Die polis geeft u het recht om bij pensionering een (individuele) hospitalisatieverzekering af te sluiten alsof u voorheen al klant was. Die zal een stuk betaalbaarder zijn dan in het geval u op 67-jarige leeftijd plots vanuit het niets een hospitalisatieverzekering moet nemen. U kiest overigens de wachtpolis bij wie u wil, los van welke polis uw werkgever koos. In principe moet een werkgever de werknemer informeren over de mogelijkheid een wachtpolis af te sluiten. Toch blijkt uit een bevraging in opdracht van Partena Ziekenfonds bij werknemers die hun groepspolis via het werk hebben, dat 79 procent van hen het concept van een wachtpolis niet kent.
De professoren pleiten ervoor om werknemers de kans te geven via het werk een individuele hospitalisatieverzekering te kunnen afsluiten die fiscaal op dezelfde manier behandeld zou worden als de groepspolis. Het bedrijf zou dus de premie op zich nemen. Voor het bedrijf is die premie wel niet fiscaal aftrekbaar. ‘Een premie van 500 euro kost dan 667 euro omdat het om niet fiscaal aftrekbare kosten gaat. Maar als het bedrijf een werknemer 500 euro netto wil laten overhouden, kost dat in totaal circa 1.269 euro.'
Een alternatieve mogelijkheid is dat de werknemer de premie van zijn hospitalisatieverzekering in zijn belastingaangifte zou kunnen inbrengen in het vak langetermijnsparen. De wachtpolis zou in datzelfde potje gestopt kunnen worden. ‘Het zijn beide formules die sparen voor later zijn.' Nu is het fiscaal voordeel van het langetermijnsparen beperkt tot pensioenfondsen, levensverzekeringen en woonkredieten van bezitters van meerdere vastgoedpanden.
Een eigen huis
Een eigen woning is nog belangrijker in de categorie ‘kosten vermijden'. Het enige nadeel is dat voor veel mensen het gros van hun vermogen erin vastzit. Daarom pleiten de professoren voor het invoeren in de Belgische wetgeving van de omgekeerde hypotheek. Dat laat toe een deel van uw vermogen liquide te maken. En dat door als u geld nodig hebt, in plaats van uw huis te verkopen een omgekeerde hypotheek af te sluiten met uw huis als onderpand. Zolang u leeft, betaalt u niets af aan de bank. Bij overlijden wordt het pand verkocht én met de opbrengst de bank terugbetaald.
De invoering van zo'n formule is in het verleden al een paar keer mislukt. De formules die in het buitenland bestaan, zijn duur (een hoge rente) en laten maar toe een relatief beperkt bedrag op te nemen. Nederland is een voorbeeld. ‘Daar is het niet wettelijk geregeld, terwijl zo'n product goede bescherming moet bieden voor de huiseigenaar', zegt Koen Inghelbrecht.
Zo zou een bank u niet uit uw woning mogen kunnen zetten. Het marktrisico, met name dat de woonst minder opbrengt dan de lening (verhoogd met rente), moet door de bank gedragen worden. Blijft de vraag wat de aansporing voor de bewoner kan zijn om het pand goed te onderhouden. Steven Vanduffel ziet alvast geen reden waarom de toegepaste rente substantieel zou afwijken van het tarief op een klassiek woonkrediet.
‘Zo'n formule zorgt voor gemoedsrust, je weet dat als je geld nodig hebt, je een deel van je huis kan belenen', zegt hij. Vooral voor wie een laag pensioeninkomen heeft, is de formule mogelijk interessant.