Uit onderzoek naar pensioenformules blijkt dat de helft van de Vlamingen zijn aanvullend pensioen liever anders uitbetaald zou krijgen. ‘Laat werkgevers meerdere opties aanbieden.’
Werknemers in de privésector hebben naast het wettelijk pensioen ook een aanvullend pensioen, de zogeheten tweede pijler. Dat bedrag heeft hun werkgever, en soms zijzelf ook, een carrière lang bij elkaar gespaard.
Onder leiding van psycholoog en gedragseconoom Mathias Celis vroegen onderzoekers van de UGent en VUB aan 18.000 Vlamingen hoe zij dat pensioen graag uitbetaald krijgen. Op dit moment hebben Belgische werknemers twee keuzes. Ofwel krijgen ze op hun pensioenviering alles in één keer uitbetaald, een zak geld dus, ofwel kiezen ze voor een bedrag per maand, een lijfrente. Normaal gezien schuiven werkgevers die eerste formule naar voren.
“Op dit moment kiest in België minder dan 5 procent van de werknemers voor zo’n lijfrente”, zegt economieprofessor Kris Boudt.
In hun bevraging gaven de onderzoekers flexibiliteit in plaats van de zwart-witkeuze. Dan blijkt dat bij expliciete keuze 48,9 procent van de Vlamingen kiest voor een mix van kapitaal en lijfrente.
“Ik zou daar zelf ook voor kiezen, maar ik had niet verwacht dat het percentage zo hoog zou zijn”, zegt Boudt. “Het is duidelijk dat veel Vlamingen hun aanvullend pensioen anders uitbetaald willen. Dit is het laaghangend fruit van het pensioendebat.”
Een deel van de mensen kiest ervoor om een stuk in kapitaal te krijgen, en vanaf een bepaalde leeftijd het andere stuk als lijfrente. Dan is er op pensioenleeftijd de vrijheid om het eerste bedrag op te souperen of te beleggen, maar is er toch een veiligheid op latere leeftijd dat alle kosten gedekt blijven.
Boudt: “Op je 85ste wil je misschien niet meer nadenken over je beleggingen. Door het laten ingaan op hoge leeftijd, zal je een groter bedrag per maand hebben. Een verzekeraar heeft dat geld al die tijd belegd.”
Daar zit een vorm van solidariteit in: je verzekert elkaar tegen de kosten van een lang leven. Want, zoals alleen verzekeraars en pensioenkenners dat uitdrukken, lang leven is een groot risico. Dat risico is op te vangen door de grootte van de groep.
Dat verklaart waarom lijfrente op dit moment niet meer gepromoot wordt: de groep is te klein voor verzekeraars, die wettelijk toch een minimumrendement van 1,75 procent moeten garanderen.
“De overheid zou werkgevers kunnen verplichten om meer keuzes aan te bieden en daar hun werknemers ook actief over te informeren”, zegt Boudt. “Ze kunnen berekeningen voorschotelen, afhankelijk van de verhouding tussen kapitaal en lijfrente en de leeftijd waarop je de lijfrente wil laten starten. Dan maakt die werknemer een geïnformeerde keuze.”